Eevy Erelid Aantal berichten : 3909 Pro Infinito's : 1669600
About Me Leeftijd: 3 summers and 2 moons Partner: Karakter:
| Onderwerp: Mijn Story Dump~ za 12 jan 2013 - 16:02 | |
| Ik moest het ergens kwijt en ik wou graag mijn verhaal met jullie delen, dus hier hebben jullie some random verhalen over random mensen. meeste is fanfiction en gaat over Twilight en 1D, Read it if you like ^^ - Story 1~twilight:
[spoiler=Hoofstuk 1] Ik keek op de klok die rechts aan de muur hing. Nog zo’n tien minuten moest ik deze uber saaie les nog verdragen. Ik wisselde van hand en leunde nu op mijn rechter hand. Ik keek naar mijn nagels, die rood waren gelakt, niet veel bijzonders. Maar alles was op dit moment interressanter dan die oedlul die voor de klas stond. Met mijn verveelde groene kijkers keek ik naar de meneer die voor de klas stond. Hij zag er best leuk uit, behoorlijk jong ook, 21 om precies te zijn. Hij gewoon normale kleren aan en was bestempeld bij de meiden uit mijn klas als ‘hot’ of zoals hun het zeiden ‘haaawwwt’. Ik zuchtte haast onhoorbaar. Hoe kwam het dan dat ik zo verveeld was? Door zijn stem, zijn stem was zó één tonig. Iets wat er voor zorgde dat iedereen haast in slaap viel. Ik stond dan ook een onvoldoende op het vak, but hea, who care’s? De minuten leken voorbij te glijden, maar eindelijk , eindelijk, ging de bel. De leerlingen, die eerst nog half dood op hun tafel lagen, sprongen nu op en pakte hun boeken in. Ook ik was niet veel anders, ik pakte mijn boeken in en liep het lokaal in. Ik liet me mee voeren door de stroom kinderen en liep naar mijn kluisje toe. Ik pakte mijn jas, die ik aan deed en wisselde de boeken, zodat ik de juiste boeken thuis had, áls ik ooit zo overwegen om huiswerk te gaan maken. Ik keek naar buiten. Kleine witte flokjes dwarrelde naar beneden en kuste de grond. Een geïrriteerde zucht verliet mijn lippen, waarna ik met mijn muts ver over mijn hoofd heen getrokken, naar mijn fiets liep. Ik haatte sneeuw grondig en het deed mijn humeur dan ook niet ten goede. Gefrustreerd en geïrriteerd deed ik de sleutel in het slot. Na een tijd prutsen in de kou kreeg ik dan eindelijk mijn fiets uit de fietsen stalling en fietste moeizaam en voorzichtig naar huis. Muziek dreunde mijn oren in, maar mijn ogen stonden nog steeds geïrriteerd. Eenmaal thuis pleurde ik mijn fiets tegen de schutting neer en liep via de achterdeur naar binnen. “Hallo lievie hoe was school?” hoorde ik mijn moeder iets té opgewekt vragen. Ik schudde mijn hoofd alleen maar, om aan te geven dat ze beter haar mond kon houden. Ik liep bij de voordeur er weer uit. De geur van dennenbomen drong mijn neus binnen. Ik zuchtte een keer gelukzalig, waarna ik het bos in rende en met een schreeuw veranderde in een harig gedaante met vierpoten.
Takjes bezweken onder de krachtige druk die mijn gespierde poten erop zetten. Alleen liep ik door het bos heen, maar voelde me niet alleen. Ik voelde me hier ‘thuis’. De enige plek waar ik me alleen voelde was op school en thuis. Ik had geen vrienden, had ze ook niet nodig. Vrienden waren er om je pijn te doen, waarom zou ik zo dom zijn om mezelf pijn te doen? Nee dankje, ik was wel slimmer. Het was nou ongeveer al zes maanden dat ik in een wolf kon veranderen. Mijn ouders wisten er niks van, alleen mijn oom wist het. Eigenlijk was het een vriend van mijn vader, maar om één of andere reden noemde ik hem ’oom’. Billy zo heette de ‘oom’. Ook Billy wist niet helemaal dat ik van gedaante kon veranderen, nee hij had zo’n vermoedde dat dat ooit bij mij zou gaan gebeuren. Eerst had ik hem nooit geloofd. Tot op een nacht toen ik een tattoe kreeg en alle puzzel stukjes op zijn plaats vielen. Billy had erop aan gedrongen dat ik met Sam moest praten als het zou gaan gebeuren, maar ik wou er nog voor geen goud heen. Vandaar dat ik Billy nog niks erover heb gezegd en hem tot nu toe gewoon ontloop. Ik loop vaak hier in het bos. Het zorgt ervoor dat ik rustig wordt en mijn normale leven even vergeet. Ook zoals nu, mijn frustratie en irritatie ebde langzaam weg. Plots rook ik andere wezens. Geen mensen, mensen roken anders, maar ook geen bloedzuigers. Ja ik was een weerwolf en ja die waren de grootste vijand van de bloedzuigers, maar nog steeds ging ik die wezens het liefst uit de weg. Ik kwam hier voor mijn rust en niet voor een gevecht, die had ik al genoeg op school. Ik veranderde van koers en liep in de richting van het geluid. Nieuwsgierigheid bekroop me en ik liep iets sneller. Ik stopte abrupt, toen een andere wolf gedaante voor mijn neus stond. Ik vertrok geen spier en liet alleen mijn kille blik een keer over de wolf heen gaan, waarvan ik zeker wist dat hij het zelfde was als ik.
- Hoofdstuk 2:
Ik keek vol ongeloof naar de roest bruine wolf die voor me stond. Ik was al eerder wezens tegen gekomen ‘zoals mij’,maar elke keer was het toch weer een verrasing. “Wie ben jij?” galmde het door mijn kop. Ook de overige gedachtes van de andere wolf kwamen bij mij binnen. Ik schrok even, maar probeerde aan niks te denken. Ik reageerde niet, wist dat als ik dat deed de wolf zou weten dat ik in zijn roedel toe behoor. Ik had het al een paar keer eerder mee gemaakt dat random wezens zoals mij, mij gingen claimen en zeiden dat ik bij hun in de roedel behoorde. Maar ik was nog steeds een loner en volgde niemand. De wolf voor me zuchtte, maar hij liep net weg. Ga nou weg, dacht ik geïrriteerd. Shit! Maar het was al te laat, de wolf keek me met verbaasde ogen aan. Voordat hij nog wat kon zetten, draaide ik me om en zette het op een rennen. Ik rende weer terug naar huis en veranderde terug. Ik pakte de kleren die ik altijd in een stapel bladeren verstopte en trok die vlug aan. Ik fatsoeneerde even mijn warrige haren, zodat het niet leek alsof ik net in een stel nieuwe kleren was geschoten. Ik bracht mijn ademhaling weer regelmatig en rustig, zodat ook dat geen probleem zou worden. Ik keek nog even achterom, maar zag geen spoor meer van het ‘wezen’ die ik nog geen halve minuut net tegen was gekomen. Ik liep met een kille blik het huis binnen en negeerde de blikken van mijn moeder en vader. Ik liep naar boven en keek nog eens uit het raam, waar ik een perfect uitzicht had op het bos. Ik zuchtte een keer, terwijl een glimlach zowaar rond mijn lippen begon te spelen. “Kua!” hoorde ik mijn moeders stem gonzen door de hal. Ik negeerde het, terwijl de glimlach alweer van mijn lippen verdween. “Kua!” hoorde ik opnieuw. Ik zuchtte geïrriteerd, maar deed opnieuw of ik het niet hoorde. Ik deed mijn oordopjes in en keek weer naar buiten. Ik zette de muziek niet aan, maar als mijn moeder dan waagde in mijn kamer te komen zonder te kloppen, zei ik wel dat ik haar niet had gehoord. Anders kreeg ik weer een preek over dat ik moest luisteren naar de onzin die mijn ouders te zeggen hadden en dat ik niet zo ‘onbeschoft’ moest doen. Ik schrok op toen de deur met een klap open werd gesmeten. Ik keek verbaasd op en deed mijn oortjes uit. Ik draaide mijn hoofd in de richting van de deur, maar voordat ik ook nog maar iets verontwaardigt kon zeggen tegen die persoon die zo onbeschoft binnen was gekomen, werd ik door een stevige greep aan mijn arm de kamer uit gesleurd. Ik was nog steeds verbaasd, maar ontdooide al snel. Wild begon ik aan mijn arm te trekken, om te zorgen dat ik werd bevreid van de ijzere greep. Maar de greep was te sterk en halverwege de trap gaf ik het op. Ik richtte mijn blik op die gene die mij zo ruw had vast gegrepen. Mijn vader. Waarom? Ik had mijn vader nog nooit zo hard handig actie zien ondernemen. Ik besloot me maar gedeist te houden en volgde hem trouw de trap af. Eenmaal van de trap af, had ik gedacht dat hij me los zou laten, maar dat deed hij niet. Mijn ogen stonden iets wat verbaasd, waarom deed hij zo? Was ik te ver met iets gegaan? Maar ik had niks gedaan. Tenminste, niet veel bijzonders. Toen we bij de bank aankwamen, waar mijn moeder tegenover zat in een stoel, seinde hij me dat ik moest gaan zitten op de bank. Ik deed wat hij zei en plotfe neer op de bank. Mijn ogen stonden weer kalm ,maar mijn hersenen draaiden op volle toeren. Wat gingen ze zeggen? Wat had ik gedaan? “Kua,” begon mijn moeder en trok me hierdoor uit mijn gedachtes. Ik keek haar wat onverschillig aan. Ik hoorde hoe mijn moeder opnieuw zuchtte. Ik besloot om mezelf maar te gedragen en keek haar met een afwachtende blik aan. Ik ging zelfs rechtop zitten, iets wat ik normaal nooit deed. “Kua, je vader en ik hebben besloten om je naar een internaat te sturen,” zei mijn moeder. Ik was even met stomheid geslagen, het was als een klap in mijn gezicht. Ik keek verbluft naar mijn moeder, maar mijn moeder ontweek mijn blik, was te laf om in mijn ogen aan te kijken. Langzaam ontdooide ik. “Wacht, wat?! Waarom?!” riep ik verontwaardigt. Mijn moeder ontweek mijn blik nog steeds en leek geen antwoord te geven. Ik liet mijn blik afglijden naar mijn vader, die plaats had genomen naast mij. “Je bent nogal erg afstandelijk, ook heb je problemen met sociale contacten leggen op school en zijn je cijfers niet de beste,” sprak mijn vader. Het was waar, ik was afstandelijk en had slechte cijfers. Maar de reden dat ik moeite had met sociale contacte leggen, was puur omdat ik ze niet wou. Ik had al een paar gevechten gehad op school en werd toen eindelijk met rust gelaten door mijn klasgenoten en andere leerlingen. “We bespraken je problemen met Billie en die stelde voor om je naar het internaat te sturen en dat leek ons ook een goed idee,” zei mijn vader. Ik keek op, Billie. Ik voelde hoe woedde naar boven kwam. Die oude gast had er gewoon voor gezorgd dat ik nu naar een internaat moest! Are you f’cking kidding me?! Ik keek woest naar mijn vader en toen weer naar mijn moeder, die nog steeds mijn blik ontweek. Ik voelde hoe een korte rilling over mijn rug heen liep. Ik zuchtte en probeerde te kalmeren. Ik moest er voor zorgen dat ik niet over de rode ging, anders veranderde ik in een wolf en had ik al helemaal de poppen aan het danzen. Ik zorgde ervoor dat mijn ademhaling weer regelmatig werd en probeerde de voordelen ervan in te zien. Wat met veel moeite een beetje lukte. Ik wist dat ik er niet veel aan kon veranderen. Ik zou weg kunnen lopen, maar dat zou ik toch niet overleven. Ik zuchtte een keer en knikte toen. Mijn moeder keek me eindelijk weer aan, maar ik draaide me om en liep de kamer uit. Mijn ouders hielden me niet tegen, ze wisten dat ik even tijd nodig had voor mezelf.
- hoofdstuk 3:f5d7:
Wordt aan gewerkt,
Ik heb nog meer verhalen, maar eerst deze maar. Met deze heb ik namelijk nog het meeste inspi ^^ Zeg maar wat jullie ervan vinden ^^ |
|